Maatwerk met kansen op perspectief


De landbouw is momenteel flink in beweging. Johan Remkes presenteerde onlangs zijn rapport met als titel 'Wat wel kan – Uit de impasse en een aanzet voor perspectief'. In de praktijk zijn veel boeren met hun positie bezig, zo blijkt uit een rondgang langs de Agrivesta-makelaars. Boeren die perspectief zien, benaderen regelmatig Agrivesta voor maatwerk voor wat er wel kan met hun bedrijf. 


Hoe ervaren de Agrivesta-makelaars momenteel de situatie in de land- en tuinbouw?

In de agrarische sector is veel onzekerheid over de toekomst. Men maakt zich zorgen. Mensen weten niet meer wat ze moeten en vragen zich af wanneer doen we het goed? Wat verwacht de overheid en de samenleving van ons? Er heerst volgens Leon Wennekes, werkzaam in Utrecht en Flevoland, scepsis over de plannen van de overheid. Dat brengt onrust, terneergeslagenheid en soms moedeloosheid met zich mee. Akkerbouwers pakken het wat lichter op dan veehouders. Harm Jan Houtman met werkgebied in Groningen en Noordoost-Friesland formuleert het zo: ‘Als je pessimistisch bent, zeg je: ‘We zitten in zwaar weer.’ Als je optimistisch bent, zeg je: ‘Het is nooit zo donker geweest of het wordt wel weer licht (Ede Staal).’

Over het algemeen nemen de boeren een afwachtende houding aan en zijn wat voorzichtig, maar richten hun blik wel op de toekomst. Jan Emmens, werkzaam in Drenthe en Zuidoost-Friesland: ‘Men kijkt wel of er kansen zijn. Gerrit Stap (West-Betuwe en Veluwe): ‘Boeren zijn in afwachting van wat komen gaat. Dat geldt ook voor de banken die de financiering moeten doen.’ Wouter Weenink, werkzaam in Oost-Nederland: ‘Ik ervaar dat bedrijfsopvolgers meer nadenken over hun toekomst en dat hun ouders hen waarschuwen: ‘Weet waar je aan begint.’ Ik ervaar ondanks de stikstofcrisis ook dat er mensen zijn die gewoon doorgaan en enthousiasme hebben om plannen te maken voor minder stikstof, grond te kopen als de derogatie er af gaat of hun bedrijf te verplaatsen. Het ondernemerschap is niet verdwenen.’ Leidi Wormgoor (Overijssel): ‘Ik zie ook dat in die opvolgingssituaties de oudere en jongere generatie elkaar juist stimuleren in de plannenmakerij.’ Harm Jan Houtman ziet dat boeren ervoor zorgen dat ze de stal vol hebben, want ze zijn bang eventueel rechten te verliezen door overheidsmaatregelen. Ook Leon Wennekes ziet deze ontwikkeling. ‘Maatschappelijk gezien misschien ongewenst, maar wel begrijpelijk en legitiem.’

Marcel Joosten ervaart in zijn werkgebied rond Arnhem-Nijmegen in de glastuinbouw hele andere problemen. ‘Hier spelen de stijgende energieprijzen en de werving van voldoende arbeidskrachten. Ook bij projectontwikkeling gericht op woningbouw speelt stikstof een rol. Het zijn uitdagende tijden wat betreft de doorlooptijd van procedures en vergunningen en de leveringszekerheid van grondstoffen. Ook de gestegen rentelasten werken hier door.’


Hoe staat het momenteel met de agrarische vastgoedmarkt?

Bij de meeste Agrivesta-makelaars gaat de handel in de agrarische vastgoedmarkt gewoon door. Er is meer vraag dan aanbod naar grond, maar ook naar melkveebedrijven. De handel gaat juist snel. De banken zijn wel kritischer. Ze trekken nogal snel de melk op. Veel zaken gaan op on hold. Wouter Weenink: ‘Banken verwachten dat de grondprijs lager gaat worden, want economisch kan het niet uit, maar de ruimteclaim is groter dan ooit. Persoonlijk verwacht ik niet dat prijzen omlaag gaan.’ Harm Jan Houtman sluit zich hier bij aan. ‘Langs de Waddenzee loopt de prijs van de lichtere kleigrond op mede vanwege het tekort aan grond.’

In gebied van Bart Jan De Lorijn (Land van Maas en Waal) en Marcel Joosten is er nauwelijks aanbod en daardoor weinig mobiliteit. Iedereen kijkt de kat uit de boom. Voor stoppers zijn het geen aantrekkelijke tijden om grond te verkopen en het geld op de bank te zetten. Steeds vaker investeren beleggers, particulieren en instellingen in grond om het vervolgens te verpachten. Ook bij Jan Emmens in Drenthe is sprake van een hoog prijsniveau en een beperkt aanbod. ‘Alles is vrij vlot weg.’ Ook bij Gerrit Stap gaan losse percelen als warme broodjes over de toonbank. In Flevoland speelt stikstof in mindere mate, omdat boeren nauwelijks dicht bij Natura 2000-gebieden zitten. Ook hier is de grond schaars, met als gevolg een vlotte verkoop.

Ook Johan Huijbregts ziet, net als Marcel Joosten, dat ontwikkelaars bij projecten voorzichtiger zijn. Door de economie neemt het animo bij de potentiele kopers af. Zoals gezegd spelen daarnaast tijdrovende planvorming en stijgende bouwkosten en rente een rol. ‘Je ziet dat als mensen wat afwachtend worden, de handel een beetje stil komt te liggen. Voor mensen die geen opvolger hebben, kan de huidige situatie in de landbouw ook een kans zijn’, benadrukt Johan.
 

Komen de Agrivesta-makelaars ondernemers tegen die ondanks de moeilijke situatie in de sector hun eigen koers varen en dienen als inspirerend voorbeeld?

Harm Jan Houtman: ‘Boeren houden vast aan hun eigen plannen. We gaan ervan uit dat de derogatie wegvalt, dus hoe dat in te passen op het bedrijf?’ Jan Emmens ziet dat ook in zijn Drentse praktijk. Veel boeren zijn op zoek naar grond. Ook de provincie is hier belangstellend en bereidwillig en heeft een bepaalde opdracht om natuur te realiseren. Zo gaat een boerenfamilie die een flink aantal jaren in Drenthe heeft geboerd weer terug naar de Achterhoek. Het waterschap had bepaalde doelen in het gebied. De provincie Drenthe kocht uiteindelijk het bedrijf van 65 hectare aan en realiseerde door uitruil nog meer (natuur)doelen. In de Achterhoek krijgt de familie een bedrijf van vergelijkbare grootte terug, met betere grond, een betere verkaveling, ruimere gebouwen en een betere natuurvergunning. Ze gaan in de Achterhoek iets minder vee houden dan dat de oorspronkelijke eigenaar deed. Ook Wouter Weenink ziet deze ontwikkeling. ‘Een aantal grotere bedrijven dat ik de laatste tijd heb verkocht, boert extensiever verder met een kleiner dieraantal. De koeien krijgen meer ruimte.’ Hij kent melkveehouders die na het vervallen van de derogatie meer grondgebonden willen worden en minder afhankelijk van aanvoer en import van grondstoffen. ‘Boeren zijn ook aan het zoeken om meer duurzamer te boeren met alternatieve gewassen, ekoploegen of minder stikstof. Ook hier is meer grond voor nodig.’

Bart-Jan de Lorijn heeft ook een klant die op een andere manier is gaan boeren. De betreffende boer zit dicht bij een Natura 2000-gebied. Met de provincie werd een deal gesloten, zodat de boerderij op die plek kan worden voortgezet op voorwaarde dat er natuurinclusief en extensiever met minder dieren geboerd wordt. De inkomstenderving is vertaald naar een lagere pachtprijs. Netto blijft er net zo veel over.’ De Agrivesta-makelaar benadrukt dat dit wel een proces is dat om maatwerk vraagt. ‘Het is de rol van Agrivesta om de rechtspositie van de boer in het oog te houden en vanuit een helicopterview daar waar nodig andere externe deskundigen in te schakelen.’ Ook Gerrit Stap verkocht een boerderij van een klant aan de provincie in verband met natuurontwikkelingsproject St. Andries. ‘Als ondernemer is het soms verstandig als je midden vijftig bent en geen opvolger hebt de rekensom te maken. Ik denk ook wel dat er straks ondernemers zijn die vrijwillig gebruik willen maken van de opkoopregeling in het kader van stikstof.’

Leidi Wormgoor had in Overijssel te maken met een provinciaal inpassingsplan in de nabijheid van een Natura 2000-gebied. De gronden van een boerderij van een klant krijgen daardoor een natuurbestemming. De uitkomst is dat vader op de oorspronkelijke locatie jongvee opfokt en aan natuurontwikkeling gaat doen. De zoon gaat met iemand anders verder op een andere locatie met gangbare landbouw. ‘Soms moet je creatief zijn om tot een oplossing te komen via maatwerk. Dat heeft vaak wel tijd nodig.’ Harm Jan Houtman: ‘In mijn praktijk emigreerde een klant naar Canada. Daardoor ontstond er weer ruimte voor anderen. De koper van dit bedrijf komt uit de Achterhoek en ging weg voor natuur. Een andere koper wilde sowieso uitbreiden en sorteert door de aankoop van een tweede locatie in de provincie Groningen alvast voor op de mogelijke gevolgen van de nabijheid van natuur van zijn oorspronkelijke bedrijf.‘

‘Ook zonnepanelen maken steeds vaker onderdeel uit van het verdienmodel zegt Wouter Weenink. ‘Als makelaar vind ik dat wel jammer van de landbouwgrond die uit productie wordt genomen. Ook het plaatsen van windmolens om energie te produceren in combinatie met agrarische productie komt steeds meer voor. ‘Het belang van grond is van alle tijden’, zegt Johan Huijbregts. ‘Boeren spelen daar graag op in als de kans zich voordoet. Mijn belangrijkste vraag aan een potentiële klant is altijd: ‘Wat wil je zelf het liefst?’ Als Agrivesta zijn we graag behulpzaam om dat waar te maken, ook in de vorm van maatwerk om weer perspectief te bieden.’ Jan Emmens voegt tot slot daaraan toe: ‘Wie grond heeft, heeft mogelijkheden. Wie tijd heeft, krijgt kansen.’