Pacht en fosfaatrechten: vervolg 2

In 2019 ( 26 maart en 24 september) deed de pachtkamer van het Gerechtshof enkele principiële uitspraken over de aanspraken van verpachters op aan pachters toegewezen fosfaatrechten. (Zie onze eerdere bijdragen op deze website.) Inmiddels druppelen de eerste uitspraken van rechtbanken hierover binnen. Zo ook een uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 23 december jl. In deze kwestie eiste een verpachter zijn aandeel in de fosfaatrechten op. De pachter was het daarmee niet eens.

 

De feiten in het kort

Het ging hier om een hoevepacht sinds 2000. De pachter had toen de pacht van de vorige pachter overgenomen en van deze ook het melkquotum gekocht. Later kocht deze pachter nog eens melkquotum van derden bij en breidde hij zijn rundveestal uit. De pacht eindigde tussen partijen in 2017. De fosfaatrechten waren toen nog niet vastgesteld, maar pachter en verpachter spraken af zich alle rechten ten aanzien van de fosfaatrechten voor te behouden.

 

Standpunt pachter in het kort

De pachter vond dat nu hij het melkquotum in 2000 had gekocht en ook later nog had bijgekocht de verpachter geen aanspraak had op de fosfaatrechten. Ook moest volgens de pachter rekening gehouden worden met het feit dat hij de rundveestal had uitgebreid.

 

Oordeel pachtkamer

De pachtkamer oordeelde als volgt. Het feit dat de pacht eindigde voor het moment van toekenning van de fosfaatrechten betekent niet dat de verpachter geen aanspraak heeft op de fosfaatrechten. Daarvoor is de peildatum van 2 juli 2015 van belang. Bovendien hadden partijen zelf al een voorbehoud gemaakt.
De pachtkamer geeft verder aan dat de aanspraak op de fosfaatrechten van de verpachter niet afhankelijk is van wie het melkquotum heeft gekocht. De fosfaatrechten zijn geen continuering van het melkquotum, zodat met oorspronkelijke aanspraken op het melkquotum geen rekening hoeft te worden gehouden.
Ook acht de pachtkamer in deze casus niet van belang dat ook de pachter heeft geïnvesteerd in de uitbreiding van de rundveestal nu het gepachte in overwegende mate heeft bijgedragen aan de totstandkoming van de fosfaatrechten. Daarvoor is van belang dat het gepachte geschikt was voor de uitoefening van een melkveehouderij. Dat is niet anders nu de pachter het melkquotum heeft aangekocht. 

 

Conclusie

De pachtkamer is niet ruimhartig naar de pachter toe. Vooralsnog lijkt er weinig rek te zitten in de strakke criteria van de pachtkamer van het Gerechtshof. Daar kunnen we van alles van vinden (redelijkheid ?) maar voorlopig moeten we het er mee doen. Het is mij niet bekend of hoger beroep is of wordt ingesteld.

Uitspraak pachtkamer pacht en fosfaatrechten Rechtbank Midden Nederland nr. ECLI:NL:RBMNE:2020:5659 

Zie eerdere bijdragen op onze site:
Pachtrechten en fosfaat: vervolg
Pachtkamer oordeelt over aanspraak verpachter op fosfaatrechten










 Mr. F.W. (Fred) van Dijk

 Adviseur Grondzaken Agrivesta